zondag 4 november 2012

Gespreide betaling advieskosten mogelijk


Gespreide betaling advieskosten is mogelijk, met hulp van de minister en de AFM
10 april 2012

Nu de tweede kamer unaniem heeft ingestemd met de invoering, per 2013, van het provisieverbod bij complexe en impactvolle financiële producten, is het nu zaak om de laatste hobbels voor de consument weg te nemen om toegang te houden tot financieel advies.
Goed en betrouwbaar financieel advies is voor consumenten van groot belang. Diverse onderzoeken tonen aan dat de consument geen verstand heeft van financiële onderwerpen en, wellicht schokkender, de consument wil zich er ook niet in verdiepen. Dat kan problematisch zijn, omdat de impact van financieel advies zeer groot kan zijn voor de consument en daarmee de samenleving als geheel.

Vanaf 2013 moeten financieel adviseurs, voor zover ze niet in dienst zijn van een bank of verzekeraar, hun beloning direct afspreken met de consument. Tenminste voor zover het gaat over hypotheken, levensverzekeringen, beleggingsproducten, inkomensverzekeringen en uitvaartproducten. In de praktijk betekent dit dat de consument direct betaalt voor het financiële advies, op basis van uurtje-factuurtje of door middel van een vast bedrag. De kosten van een financieel advies worden door diverse marktpartijen geschat op 2000 – 3000 euro. Tot en met eind van dit jaar werden die advieskosten door de consument betaald via de premie of maandlasten, gespreid dus over een langere periode. Minister De Jager gaf tijdens het Kamerdebat op 8 maart jl. aan dat de mogelijkheid van gespreide betaling blijft bestaan, ook na invoering van het provisieverbod. Daartoe ziet de minister de volgende mogelijkheden:
  1. maximaal 3 termijnen hanteren, anders is sprake van een consumptief krediet
  2. meer dan 3 termijnen, waarbij de consument een kredietovereenkomst sluit met de financieel adviseur (die dan ook over een consumptief krediet vergunning van de AFM moet beschikken)
  3. inschakelen van een factoringbedrijf die de incasso en het debiteurenbeheer overneemt.

Voor banken en verzekeraars geldt dat als zij adviseren over complexe producten, zij op de offerte en op de rekening duidelijk moeten aangeven welke kosten de consument betaalt voor het product en welke kosten er worden gerekend voor advies- en distributie. Zodoende kunnen consumenten een geïnformeerde beslissing nemen over het te kiezen advieskanaal (onafhankelijk of afhankelijk) op basis van de dienstverlening en de daadwerkelijke kosten.
Volgens intermediaire brancheorganisatie Adfiz moeten de advies- en distributiekosten die banken en verzekeraars in rekening brengen, op dezelfde manier behandeld worden als wanneer een onafhankelijk adviseur dat doet. Dat betekent dat deze kosten niet zomaar gespreid in rekening kunnen worden gebracht, omdat dan al snel sprake is van een kredietovereenkomst. Voor banken en verzekeraars ontstaan er dan 3 opties.
  1. de kosten van advies en distributie direct in rekening brengen, als aparte factuur of samen met de eerste premietermijn of maandlast;
  2. de kosten voor advies en distributie gespreid over maximaal 3 termijnen in rekening brengen;
  3. de kosten voor advies en distributie spreiden over meer dan 3 termijnen, waarbij met de consument een kredietovereenkomst wordt aangegaan.

Dit alles zou betekenen dat het voor consumenten per 2013 lastiger wordt om de kosten voor advies en distributie gespreid te kunnen betalen. Of boter bij de vis of de consument betaalt een hogere rekening, omdat de kosten van de kredietovereenkomst en de incasso er bovenop zullen komen.

Op woensdag 28 maart jl. organiseerde het Amsterdam Centre for Insurance Studies (ACIS) een seminar over de toegankelijkheid van financieel advies. Tijdens dat seminar zijn concrete oplossingen vanuit de wetenschap aangedragen voor het hier geschetste probleem.

Vanaf 1 juli 2011 geldt de nieuwe Richtlijn Consumentenkrediet in Nederland. Deze Europese Richtlijn is geïntegreerd met de Wft en kent enkele uitzonderingen, waarbij er geen sprake is van een kredietovereenkomst. Voor intermediairs, banken en verzekeraars biedt dit in theorie mogelijkheden om de consument gespreid te laten betalen voor advies, indien de consument niet direct kan betalen. De Richtlijn kent namelijk de volgende uitzonderingen:
  • Krediet dat wordt aangeboden aan een beperkt publiek en dat een algemeen belang dient (bijv. de IBG leningen aan studenten) en dat wordt aangeboden tegen een lagere rente dan gebruikelijk is op de markt of gelijk is aan de gebruikelijke rentevoet maar onder voorwaarden die gunstiger zijn voor de consument;
  • Krediet dat binnen 3 maanden moet worden afgelost en dat slechts onbetekende kosten in rekening brengt. Rente en administratiekosten zijn in dit geval geen onbetekende kosten.

Voor zowel aanbieders als intermediairs is het raadzaam om bij het ministerie van Financiën te lobbyen voor het toepassen van de eerste uitzondering. Het ministerie zou dan financieel advies moeten beschouwen als een dienst met een algemeen belang. Daartoe zijn voldoende argumenten beschikbaar, dus waar een wil is, is een weg.

Een tweede oplossing die tijdens het ACIS-seminar is aangedragen behelst de rol van de toezichthouder in deze, de AFM. De AFM ziet erop toe dat de beloning voor financieel advies een relatie heeft met de geleverde inspanning en kwaliteit. Op die manier wordt voorkomen dat excessieve vergoedingen worden gevraagd, zoals in het verleden is gebeurd in het provisiemodel. In dat provisiemodel mocht het intermediair niet meer dan 50% van zijn beloning ineens ontvangen van de bank of verzekeraar, de rest moest over tien termijnen doorlopend worden uitgekeerd (de balansregels). Om juist te stimuleren dat intermediairs een doorlopende klantrelatie aan zouden gaan. Bij directe beloning zou het dan ook logisch zijn als de AFM accepteert dat in ieder geval minimaal de helft van de advies- en distributiekosten in termijnen in rekening mogen worden gebracht, zonder dat dit als kennelijk onredelijk wordt beschouwd. In het belang van de consument zou het de AFM sieren als men de relatie tussen werkzaamheden en beloning ruim opvat.

Mijn advies aan de minister van Financiën is om in het consultatiedocument over het provisieverbod, welke komende maand zal worden gepubliceerd, duidelijkheid te verschaffen aan alle marktpartijen over de hier beschreven oplossingen. 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten